Innovatie in de verlichtingsindustrie belemmert door normen?

Zijn normen een belemmering voor innovatie in de verlichtingsindustrie? Het blijft een onderwerp dat toch steeds weer de kop op steekt. Vooral als er zaken zijn die volgens norm niet zouden kunnen. Maar is dat eigenlijk wel zo. Is het niet zo dat normen juist algemeen worden opgesteld, zodat innovatie maximaal mogelijk is? Zorgen normen niet juist dat er geïnnoveerd wordt op de gebieden die ertoe doen? Innovatie in de verlichtingsindustrie is op dit moment booming.

Er zijn vele soorten normen. Normen die veiligheid beschrijven, die prestaties beschrijven en over uitwisselbaarheid. Algemene normen die over principes gaan. Sommige normen zijn zo ongeveer verplicht en andere vrijwillig. Feitelijk kunnen we dus stellen dat we normen hebben die we moeten volgen, en normen die we kunnen volgen.

Er zijn niet heel veel normen die we “kost wat kost” moeten volgen.  Al lijkt het soms wel zo. Binnen de verlichtingsindustrie kennen we de EN 60598-1 als een van de belangrijkste normen. Die verteld ons hoe we een veilig verlichtingstoestel moeten maken. We kennen ook de laagspanningsrichtlijn, die in meer of mindere mate ook een norm is. De laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU) is omgezet in een wet. Dit is dus een wettelijke regeling die we moeten volgen.

Laagspanningsrichtlijn en EN 60598-1

De laagspanningsrichtlijn moeten we volgen. Daar komen we niet onderuit. Maar wat staat daar nu eigenlijk in aan eisen, die innovatie zouden kunnen belemmeren? De richtlijn bevat veel eisen die met registratie en traceerbaarheid hebben te maken. Juridische jibber jabber. Maar ook de eisen waaraan een product moet voldoen. Die eisen komen er in het kort op neer dat een product veilig moet zijn, en veilig gebruikt moet kunnen worden. Daar houdt het wel op. De richtlijn staat innovatie in de verlichtingsindustrie dus niet in de weg.

De EN 60598-1 (en de delen 2) geven de invulling aan veiligheid. Hierin vinden we veel eisen die mogelijk constructies zouden kunnen beperken. De norm beschrijft welke veiligheidsafstanden gehandhaafd moeten worden. Welke temperaturen de veiligheid niet in het gevaar brengen. Met andere woorden dus constructie beperkende eisen.

De grap is nu dat je niet aan deze norm hoeft te voldoen. Je hoeft de norm niet te volgen. Waarom niet? Het is geen wetgeving. Wat wel moet is een veilig product maken. Willen we afwijken van de norm mag dat dus. Je moet dan echter wel aantoonbaar maken dat je hetzelfde veiligheidsniveau bereikt, met de methode die je zelf gebruikt. Eigenlijk toch heel logisch.

Dus ook deze norm staat innovatie in de verlichtingsindustrie niet in de weg.

Prestatie normen belemmeren wel de innovatie in de verlichtingsindustrie?

We kennen vele soorten prestatie normen. Zo kennen we bijvoorbeeld de LM 79 norm waarmee we de prestaties van verlichtingstoestellen meten. Deze norm bevat een methode om de lichtopbrengst te meten. Van een armatuur, led of led-module. Er staan geen grenzen in waarbinnen het product moet vallen. Een norm dus die enkel een methode beschrijft om bepaalde parameters te meten. Als volgens een dergelijke norm gemeten is, kun je producten met elkaar vergelijken.

Conclusie is dan ook hier dat de norm de innovatie niet beperkt maar eerder zal opzwepen.

Normen die over uitwisselbaarheid gaan belemmeren de ontwikkeling?

Binnen het gebied verlichting kennen we ook veel normen die over uitwisselbaarheid gaan. Zo kennen we in de oude situatie de normen die over lamphouders gaan. Zoals de Edison E27 lamphouder. Bij led-modules kennen we bijvoorbeeld Zhaga-standards. Daarin zijnwat meer parameters vastgelegd. Overigens hebben de vastgelegde parameters vooral te maken met het bevorderen van de uitwisselbaarheid.

Dit is een limitering, als de afmeting vastligt dan belemmerd dat innovatie want je kunt er niet van afwijken? Is dat waar? Nee ook dit niet. Er is niemand die zegt dat je verplicht bent om die normen te volgen. Je kunt gewoon een afwijkend product maken.

Kijk nu eens naar de ledmodules die nu op de markt zijn, en in hele grote aantallen worden verkocht. Veel van die modules zijn volgens de Zhaga specificaties gemaakt. Dat wil zeggen de dingen die niet zo belangrijk zijn voor de eindgebruiker, en ook niet zo zeer onderscheidend zijn in concurrentie, zijn gelijk.

Bijvoorbeeld montage gaten zitten op de door Zhaga vastgelegde locaties. Handig want er kunnen daardoor standaard onderdelen gemaakt worden. Gespecialiseerde fabrikanten kunnen dan weer grotere hoeveelheden produceren. Daarmee kan een prijsgunstiger product worden aangeboden.

Eenheidsworst?

Nee, ook dat is niet aan de orde. Op de elementen waarop onderscheidt kan worden gemaakt is niet genormaliseerd. Zo is niet voorgeschreven hoeveel lumen er uit de module moeten komen. Ook de lichtkwaliteit is niet vastgelegd.

Vergelijk dit eens met het assortiment gloeilampen dat we ooit hebben gehad. We zijn met kooldraad lampen begonnen, mat, met andere gloeidraad materialen, met andere gassen, met kleuren erin, flame-lampen etc etc. Veel ontwikkelingen allemaal met een edison lampvoet.

Maar ook op lampvoet is de innovatie niet tegengehouden door de normen. Er zijn vele lampvoeten ontwikkeld in de loop der jaren. Allemaal werden deze, nadat ze ontwikkeld zijn, vastgelegd werden in normen. Alleen om te zorgen dat de lampen die erin gingen weer concurrerend konden worden geproduceerd.

Als bluetooth niet genormaliseerd zou zijn zou iedere GSM een eigen protocol gebruiken. Dan hadden we de telefoon nog steeds met gespecialiseerde carkits in de auto moeten laten inbouwen, voor veel geld. Had onze koptelefoon nog steeds met een draadje aan de mobiel gezeten. Etcetera.

Succesvolle normen worden dus massaal toegepast en minder succesvolle normen vervallen of worden gebruikt is een kleine niche-markt.

Na de opkomst van GSM raakte het analoge systeem (ATF) snel buiten gebruik. Het was te duur en niet meer geschikt om de concurrentie met GSM aan te gaan.

Conclusie

Normaliseren houdt innovatie niet tegen maar wakkert die aan. Het belemmert niet en is juist belangrijk, of mogelijk de enige methode om tot succesvolle ontwikkelingen te komen. Het zorgt voor producten die in grote aantallen geproduceerd kunnen worden en daardoor zeer kosteneffectief worden. Speciale afwijkende producten of producten met zeer specifieke eigenschappen die afwijken van de normen zijn niet gelimiteerd. Niet anders dan dat de producten aan de geldende wetgeving moeten voldoen.

Normaliseren is goed, bevorderd een gezonde concurrentie en stimuleert tot innoveren.

Meer weten over de van toepassing zijnde wet en regelgeving? Hoe die toe te passen, lees mijn laatste boek “De verlichtingsindustrie en CE”.