We hebben dagelijks te maken met normen. We stappen in de auto die moet voldoen aan allerlei normen voordat hij de weg op mag. De koplampen worden gekeurd volgens strikte eisen. Als we rijden wordt de weg door lantaarn palen verlicht en ook daar wordt voor verkeersveiligheid een minimum verlichtingssterkte vereist. De armaturen zijn volgens diverse normen geconstrueerd om de deugdelijkheid te kunnen bereiken die nodig is in deze omstandigheden. Als we op kantoor komen hebben we een norm die voorschrijft hoeveel licht er op de tafel nodig is om te kunnen werken. Ook het armatuur is weer aan diverse normen onderhevig maar ook de installatie waarin die armatuur zicht bevind. Het bureau, de stoel, de vloerbedekking, etc allemaal onderhevig aan normen. Normen wijzigen met enige regelmaat maar wanneer moeten we dan aan nieuwe normen voldoen?
In het geval van producten zijn er regels die we daarvoor kunnen volgen. Maar hoe komt een norm tot stand? Eigenlijk is dat een standaard proces dat bijna altijd wordt doorlopen. Ten eerste hebben we belangengroepen nodig. Dat kunnen fabrikanten zijn maar ook gebruikers oftewel de consumenten, overheden en consumentenorganisaties. Iedereen die belang heeft bij de producten of diensten kan deelnemen aan het proces en is ook nodig voor het proces. Zonder deze mensen zal er geen norm ontstaan.
Er zijn vele organisaties die met normalisatie bezig zijn. We kennen wereldwijd opererende organisaties zoals bijvoorbeeld IEC en ISO maar ook veel meer lokale organisaties. In sommige landen is het vooral een door de industrie gestuurd process, de westerse landen, in andere landen ligt het meer in de hand van overheden zoals bijvoorbeeld China, Rusland etc. Echter uiteindelijk verlopen de processen ongeveer hetzelfde.
Eerst moet er een voorstel zijn voor een norm. Dat is dan meer een voorstel in de zin dat er een norm ergens voor nodig is. Er is bijvoorbeeld een nieuwe ontwikkeling in producten die niet meer past binnen de bestaande normen en daardoor is er een nieuwe norm nodig. Dit gebeurt overigens vaker dan je zo zou denken.
De volgende stap is dan het samenstellen van een commissie die de norm gaat ontwikkelen. Hiervoor moeten mensen bereid gevonden worden om in de commissie deel te nemen of er wordt een bestaande commissie gezocht waarbinnen deze ontwikkeling past. Als de commissie de opdracht heeft aanvaard gaat de ontwikkeling van start. Dit is een proces waarbij de verschillende partijen voorstellen doen die weer door de groep worden beoordeeld en waaruit uiteindelijk een document ontstaat waarover liefst consensus is. Niet alle organisaties werken met consensus omdat dat niet altijd haalbaar is. Vaak wordt dan met een meerderheid van stemmen gebruikt.
Het document wordt dan rondgestuurd naar de diverse leden en die brengen dan hun stem uit of het document acceptabel is en moeten dan vaak ook de problemen die men met het document heeft becommentariëren. Dit kan daarna leiden tot nog een paar stemrondes maar meestal is het lastige werk al gedaan in die voorbereidende fase. Als het document dan akkoord is wordt het een norm.
Zodra de norm gepubliceerd is kan hij ook gebruikt gaan worden. Niet iedere norm wordt officieel gepubliceerd want we hebben bijvoorbeeld ook bedrijfseigen normen. Dit zijn dan vaak interne documenten die bepalen wat het kwaliteitsniveau voor dat specifieke bedrijf is. Meestal maken die documenten te samen met verwijzingen naar internationale en nationale normen onderdeel uit van het kwaliteitssysteem van het bedrijf. Iedereen kan dus zijn eigen normen ontwikkelen. De acceptatie van een eigen norm is weer afhankelijk van het doel van die norm.
Een gepubliceerde norm gaat dan vervolgens naar de onderhoudsfase. In het gebruik ontstaan namelijk de commentaren op de norm. Er zijn altijd dingen niet helemaal duidelijk, de producten blijven zich verder ontwikkelen en fabrikanten lopen graag op het randje van wat toegestaan is dus zoeken de grijze gebieden op. Als de norm een tijdje in gebruik is worden deze punten duidelijker en kan de norm commissie weer aan de slag om de norm bij te werken. Vaak gebeurt dit doormiddel van een amendement maar het kan ook gebeuren dat er direct een nieuwe versie van de norm komt. Dat is vooral afhankelijk van de grote van de wijzigingen die aangebracht worden.
Deze cyclus blijft dan doorlopen worden totdat de norm of geheel wordt vervangen en daarmee vervalt of wanneer de norm zijn toepassing verliest. We zullen binnen verlichting gaan zien dat de gloeilamp in belang gaat verliezen omdat hij al op diverse markten is uitgefaseerd. De Edison lamphouder zal echter voorlopig nog wel blijven aangezien we nog veel retrofit lampen zullen blijven gebruiken. De normen voor de gloeilampen zelf zullen hun frequente gebruik gaan verliezen.
Als we nu eens kijken naar de veiligheidsnormen die wij hanteren als verlichtingsindustrie dan worden die op IEC niveau vast gesteld. Dat wil zeggen er wordt een IEC norm ontwikkeld maar parallel aan dat proces wordt gekeken vanuit Europees perspectief. De commissie leden in Europa zullen direct kijken of er in Europa speciale condities zijn die meegenomen moeten worden in de Europese versie van die norm.
Als de IEC norm is vast gesteld dan volgt meestal direct daarna of soms zelfs tegelijk de stemming voor de Europese norm. Die Europese norm is dan meestal een 100% overname van de IEC norm met een afwijkingen lijst die soms enkele afwijkingen bevat. De norm krijgt dan een EN nummer. De landen van de Europese unie nemen dan deze norm over (moeten ze volgens EU afspraken) en dan volgt er een nationale editie. In Nederland heet de norm dan IEC-EN-NEN 60598-1. Dat is dus de IEC omgezet in Europese norm en daarna naar Nederlandse norm.
In Nederland wordt de norm alleen vertaald naar het Nederlands indien dat nodig is maar meestal is de Engelse taal standaard. Ook worden er nog Nederlandse normen ontwikkeld die alleen in Nederland worden gebruikt. Voor de normen echter die voor de CE normeringen van belang zijn mag Nederland niet afwijken omdat dat namelijk tot handelsbarrieëres kan lijden en dat mag niet. Natuurlijk mag een organisatie aanvullende eisen stellen maar dat mag niet op land niveau. Dus een overheidsorganisatie mag wel aanvullende eisen stellen aan een zelf in te kopen product maar mag de verkoop van een product binnen Nederland dat voldoet aan de Europese eisen niet blokkeren.
De Europese norm bevat dan een belangrijke pagina met informatie die een IEC norm niet bevat, een voorbeeld:
“The text of document 34D/1030/FDIS, future edition 3 of IEC 60598-2-2, prepared by IEC/SC 34D,”Luminaires”, of IEC/TC 34, “Lamps and related equipment” was submitted to the IEC-CENELEC parallel vote and approved by CENELEC as EN 60598-2-2:2012.
The following dates are fixed:
• latest date by which the document has to be implemented at national level by publication of an identical national standard or by endorsement
(dop) 2012-09-13
• latest date by which the national standards conflicting with the document have to be withdrawn
(dow) 2014-12-13
This document supersedes EN 60598-2-2:1996 + A1:1997. “
Wat houdt dit in. De norm commissie is 34D, die zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van deze norm. De norm is geaccepteerd via de standaard stemmingsprocedure.
De data die vast gesteld zijn dop; date of publication; op die datum moet de norm op nationaal niveau, dus in Nederland, zijn gepubliceerd. Dat mag dus in de Engelse versie zijn maar ook in een eventuele Nederlandse vertaling. Vanaf dat moment kan de norm worden toegepast. De EN versie is gepubliceerd in Februari 2012 en de nationale versie moet per September worden gepubliceerd. Nieuwe producten die dan ontwikkeld worden moeten ontworpen worden volgens de nieuwe norm.
De DOW datum staat voor date of withdrawal. De datum waarop de oude norm (indien van toepassing) ingetrokken moet worden. Vanaf dan moeten producten aan die nieuwe norm voldoen. In dit geval december 2014. Dat wil zeggen een fabrikant heeft daarmee 2 jaar de tijd om zijn producten op niveau te brengen van de laatste versie van de norm. Nieuwe productie moet dan ook volgens de nieuwe norm plaats vinden.
Let wel de richtlijnen spreken van de datum van op de markt brengen. Daarvoor wordt niet gehanteerd de datum van productie in een land buiten de Unie. Op dat moment was het product niet op de markt beschikbaar binnen de Unie. Een product moet dus al ingevoerd zijn. Het is dus verstandig om zo snel mogelijk over te schakelen op de nieuwe norm en dus het normalisatie proces in de gaten te houden.
De overgangstermijnen zijn ervoor bedoeld om te zorgen dat een fabrikant de tijd heeft om zijn product aan te passen. Dit levert nog al eens wat discussie op aan de andere kant moeten we dan vast stellen dat fabrikanten producten met een veel hogere frequentie herzien. De product levenscyclus is bij veel producten al minder dan de overgangstermijn zeker als we over LED producten spreken. Het kan dus eigenlijk geen enkel probleem meer zijn om de normen te volgen en op tijd de producten aangepast te krijgen aan de nieuwe standaard.
Er is dan nog wel een kleine complicatie. De Europese unie publiceert die normen ook in een lijst waaruit blijkt voor welke richtlijnen die normen van belang zijn. De betreffende norm moet dan ook op die lijst staan wil hij geaccepteerd zijn voor een bepaalde richtlijn. Over het algemeen is het belangrijk om die DOW datum in de gaten te houden en er voor te zorgen dat de producten op tijd weer op de nieuwe stand der techniek worden gebracht.
Bij Bronnen; Normen overzicht is een lijst van normen te vinden die op dit moment courant zijn. Let wel deze is nog niet geheel compleet.
Jacob.